Verreweg de meeste mensen leven in een
samenleving waar het groepsbelang boven het individuele belang staat. Deze
samenlevingen worden collectivistisch genoemd. Het wordt collectivistisch kan
voor sommigen een politieke bijklank hebben, maar dat is niet de bedoeling.
Collectivisme verwijst niet naar de macht van de staat over het individu maar
naar de macht van de groep.
De eerste groep in ons leven is de familie. In
een collectivistische samenleving bestaat deze familie uit een aanzienlijk aantal
personen. Naast de ouders en andere kinderen horen ook grootouders, ooms,
tantes bij deze samenleving. In deze groep groeit men op als deel van een
wij-groep. Deze wij-groep onderscheidt zich van de zij-groep. De wij-groep bepaalt
mede de identiteit van de leden en is bij tegenslag de enige bron van
veiligheid en bescherming. Daarom worden deze groepen gekenmerkt door een grote
loyaliteit en materiele en psychologische afhankelijkheidsrelaties.
Het kleinere deel van de mensheid leeft in
samenlevingen waarin het belang van het individu boven de groepsbelangen staat.
Deze samenlevingen worden individualistisch genoemd. De meeste kinderen worden
geboren in gezinnen die uitsluitend bestaan uit ouders en eventuele broers of
zussen. In deze samenlevingen groeien kinderen op als Ik te denken. Zij groeien
op tot zelfstandigen en worden geacht het ouderlijke huis te verlaten zodra zij
daartoe in staat zijn. In dit type samenleving treft men geen materiele of
psychologische afhankelijkheidsrelaties aan.
Op de werkvloer zijn de verschillen ook
duidelijk te zien. In landen met een hogere mate van collectivisme ligt de kans
hoger dat zonen het zelfde beroep gaan uitoefenen als hun vader. In
individualistische samenlevingen zal men vaker zien dat zonen van vaders die
handwerk verrichten, overstapen op hoofdarbeid en ook andersom. Dit is een
logisch gevolg omdat de zonen in een collectivistische samenleving binnen de
invloedssfeer van de uitgebreide familie blijven.
In een individualistische samenlevingen
streven werknemers vaker hun eigen belangen na. Werk wordt zo georganiseerd dat
de eigen belangen overeenkomen met de belangen van de werkgever. In een
collectivistische samenleving handelt de werknemer in het belang van de
wij-groep en dat hoeft niet altijd over een te komen met de eigen belangen. Men
verwacht dat de werknemer zich zelf, dan wel zijn eigen belangen, opoffert in
het belang van de wij-groep.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten