Onzekerheidsvermijding – Wat vindt jij van zekerheid?
In dit artikel gaan wij het
hebben over ‘onzekerheidsvermijding’. Allereerst zal de term ‘onzekerheidsvermijding’
worden gedefinieerd. Daarna gaan wij het hebben over Geert Hoffstede, die het
begrip heeft gevormd. Vervolgens gaat de artikel dieper in op de ‘onzekerheidsvermijding’
in Europa en vooral in Nederland.
Onzekerheidsvermijding kan als
volgt worden gedefinieerd:
“Onzekerheidsvermijding is de
mate waarin de leden van een cultuur zich bedreigd voelen door onzekere of
onbekende situaties; dit gevoel wordt onder andere uitgedrukt in nerveuze
spanning en in een behoefte aan voorspelbaarheid: aan formele of informele
regels.” (Rompelmann, 2015)
Geert Hoffstede is een
Nederlandse expert op het gebied van cultuurwetenschappen. Zijn
onderzoeksgebied is de cultuur van organisaties en hij analyseert de
samenhangen tussen nationale culturen en organisatieculturen. Hij heeft in de
jaren tachtig, vijf verschillende cultuurdimensies opgesteld. Een van deze
cultuurdimensies is de “onzekerheidsvermijding”. Om de onzekerheidsvermijding
ook aan de hand van cijfers duidelijk te maken heeft hij onder andere ook een
formule ontwikkeld. Deze geeft per land aan hoe hoog of laag het scoort op
onzekerheidsvermijding.
Niemand kan de toekomst voorspellen. Dat betekent dus, dat iedereen onzeker is over wat er gaat
gebeuren. Door het opstellen van regels, wetten, afspraken en het gebruiken van
technische ingrepen, proberen wij de gevoelens van onzekerheid te voorkomen.
De mate waarin in een land
wetten en regelingen zijn opgesteld, hangt af van de cultuur en de inwoners.
In Engeland bijvoorbeeld
bestaat geen wetboek van strafrecht, maar in Duitsland zijn er zelfs regels
voor het geval er niets geregeld is.
In culturen met een hoge
onzekerheidsvermijding worden afwijkingen van gedrag niet getolereerd. Er is
een sterke drang om hard te werken en het uiten van agressie wordt
geaccepteerd.
In een cultuur met geringe mate
van onzekerheidsvermijding heeft men het liefst zo min mogelijk regels. Er is
een grote tolerantie voor afwijkend gedrag. Er heerst vaak een zekere
gemoedelijkheid en hard werken is geen doel op zichzelf.
